Bij negen van de tien terrasjes waar je neerploft aan een bistrosetje bestaat het eerste contact met het personeel vaak uit de vraag: “Wat wil je drinken?” Niet erg, gezien je niet voor niets een pauze in hebt gelast tijdens een wandelingetje door het centrum van Zeist. Het doel terzijde.
Het was dan ook even schakelen toen ik aanschoof voor één koud goud bij Brewers. Ik, degene die zelf in de pen klom voor het artikel over de komst van Zeisters eerste brouwcafé, was wel benieuwd geworden naar het proeflokaal op de Slotlaan.
Met een glimlach van oor tot oor kwam de ober naar mij en gezelschap toe, waarna een korte introductie over het proeflokaal op mij werd afgevuurd. Al snel werd duidelijk dat de ober de eigenaar van het proeflokaal zelf was; Cas Brasser.
Vol trots vertelde hij over de verschillende bieren – wel en niet op de tap – en de prachtige tapwand: iets waar menig bierliefhebber bij gaat watertanden. “Kijk lekker rond en laat het me weten als je vragen hebt!” Een vraag die kort daarop geïnitieerd werd door hem zelf: “Welk bier vind je normaal gesproken lekker? Dan kan ik je vertellen welke bieren daar goed op aansluiten!“
En ja, automatisch smaakte dat ene geplande biertje naar meer. Het lege glas, wat een kleine twintig minuten eerder nog tot de rand gevuld was met een laagdrempelige Brewers pilsener, werd vervangen voor een glas Slotbier; het eigen biertje van Zeist dat sinds kort weer volop beschikbaar is.
Of het nu de passie van Cas aan het begin van de middag óf de smaak van de biertjes was; het was een heerlijke onderbreking van de dag, die net even anders aanvoelde dan een ander terrasbezoek. Het smaakte naar meer. De artikelen voor De Zeisterkrant die die namiddag nog van mijn hand moesten komen, moesten maar eventjes wachten tot de volgende dag.
Elke zaterdag het meest opvallende nieuws uit Zeist in je inbox?
Super leuke column. Cas is een topper, altijd vol enthousiasme!