Beeld: het gemeentehuis in Zeist, ter illustratie. © Archief
Het college van burgemeester en wethouders heeft besloten een onderzoek te laten uitvoeren naar de feiten rond de koop en verkoop van Joods vastgoed in Zeist en het naoorlogse rechtsherstel voor de overlevenden en nabestaanden van de slachtoffers.
Er wordt onder meer onderzoek gedaan naar de rol van het gemeentebestuur tijdens de tweede wereldoorlog bij de onteigening en of de gemeente zelf ook onroerend goed van Joden heeft gekocht. Ook wordt er onderzocht hoe er omgegaan is met rechtsherstel en – mogelijk achterstallige – heffingen, zoals erfpacht, straatgeld en rioolgeld.
In de gemeente Zeist zouden er ongeveer 15 panden onteigend en verkocht zijn. Het onderzoek moet meer duidelijkheid geven of er ook panden door het voormalig gemeentebestuur zijn aangekocht en hoe het gemeentebestuur zich in die tijd tot de ontrechting van Joods vastgoed heeft verhouden.
LEES OOK:
Fractievoorzitter Seyst.Nu Roy Luca draagt stokje over aan Hanny Roelofsen
Koos Janssen, burgemeester van Zeist, spreekt over een morele plicht: “Als gemeentebestuurder zie ik het als morele plicht om terug te blikken op ons gedrag tijdens deze zwarte bladzijde in onze vaderlandse geschiedenis. Het is goed dat duidelijk wordt wat er toen is gebeurd. Hebben we, kijkend met de kennis van nu, zorgvuldig gehandeld en voldoende compassie getoond voor onze inwoners?“, aldus de burgervader van de gemeente Zeist.
Het onderzoek wordt uitgevoerd door Maarten-Jan Vos. Ook wordt er een begeleidingscommissie ingericht. “Deze commissie denkt mee over de opzet van het onderzoek en fungeert als klankbord voor de bevindingen en uitkomsten“, meldt de gemeente Zeist. De verwachting is dat het onderzoek in de tweede helft van 2023 afgerond wordt.
Elke zaterdag het meest opvallende nieuws uit Zeist in je inbox?